In zitting van de gemeenteraad van 18 december 2018 werd het milieupremiereglement goedgekeurd.
Het premiereglement wordt als volgt aangepast:
Het aantal uitbetaalde gemeentelijke milieupremies blijft jaar na jaar gevoelig stijgen.
De laatste aanpassing van het reglement dateert van 2018 en is aan een update toe.
Zo bestaan de certificaten voor een passiefhuis en een nulenergiewoning niet meer en is de premie voor zonnepanelen niet meer aangewezen gezien de snelle terugverdientijd. Tijdens de besparingsbesprekingen van afgelopen winter werd het schrappen van de premies voor zonnepanelen ook al opgenomen als een uit te voeren aanpassing. De premie voor het plaatsen van zonne-installaties omvat ongeveer 1/3 van alle uitbetaalde milieupremies in Overijse.
Ook de subsidie voor een pelletkachel staat onder discussie, omwille van de CO2-uitstoot en de uitstoot van fijn stof is de vraag of we dit als gemeente wel actief dienen aan te moedigen onder de vorm van een gemeentelijke premie.
De financiële aspecten verbonden aan deze beslissing worden als volgt geregeld:
Artikel 1
De gemeenteraad keurt volgend gemeentelijk milieupremiereglement Overijse goed:
1. ALGEMENE BEPALINGEN
1.1. Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten verleent de gemeente premies ter ondersteuning van het klimaatbeleid binnen de gemeentegrenzen van Overijse, zoals verder bepaald in de volgende artikelen:
- Groendaken;
- Warmtepompen (enkel van toepassing bij bestaande gebouwen);
- Isoleren daken, muren en vloeren (enkel van toepassing bij bestaande gebouwen);
- Plaatsen van hoogrendementsbeglazing (enkel van toepassing bij bestaande gebouwen);
- Plaatsen van een regenwaterput (enkel indien niet opgelegd in stedenbouwkundige vergunning).
1.2.
1.2.1. Het toekennen van de premies verloopt in functie van de datum van het indienen van de aanvraag en tot het voorziene krediet voor het betreffend dienstjaar is uitgeput.
1.2.2. De gemeente verbindt er zich toe om een premieaanvraag die voldoet aan alle voorwaarden uit te betalen binnen de 3 maanden na indiening van het premiedossier. Bij overschrijding van het begrotingskrediet kan de aanvraag en de uitbetaling overgedragen worden naar het volgend dienstjaar.
1.2.3. De premie wordt toegekend aan de aanvrager. Deze persoon dient gerechtigd te zijn tot het (laten) plaatsen van de installatie waarvoor de aanvraag wordt ingediend.
1.2.4. Als gerechtigd worden beschouwd:
- ofwel de eigenaar van het gebouw;
- ofwel de gebruiker of huurder van het gebouw mits de eigenaar het aanvraagformulier voor akkoord heeft ondertekend.
1.3. Om te kunnen genieten van een premie dient men minstens aan volgende voorwaarden te voldoen:
1.3.1. De documenten dienen opgesteld/ingevuld te worden in de Nederlandse taal.
1.3.2. Een volledig ingevuld aanvraagformulier indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
1.3.3. Het gebouw bevindt zich op het grondgebied van de gemeente Overijse.
1.3.4. Een kopie van de ondertekende factuur voegen bij de aanvraag. De factuur mag op het moment van de aanvraag niet ouder zijn dan 24 maanden.
1.3.5. Akkoord gaan met betreding van het privéterrein door het college van burgemeester en schepenen aangestelde personen ter controle van de premie.
1.3.6. De betoelaagde werken dienen in overeenstemming te zijn en te verlopen volgens de van toepassing zijnde wetten, reglementen, verordeningen en gebruiken en regels van goed vakmanschap.
1.4. Het college van burgemeester en schepenen is gelast met de uitvoering van het milieupremiereglement. De gemeentelijke milieudienst staat in voor de opvolging en de controle ter plaatse. Blijken de voorwaarden niet nageleefd, zal de premie niet uitbetaald worden. Het is de eigenaar uiteraard toegestaan om aanpassingen door te voeren om alsnog in aanmerking te komen voor de premie.
1.4.1. Onderstaande premies kunnen slechts 1 maal per adres en per gebouw aangevraagd worden.
1.5. Een afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving gezonden worden naar de Provinciegouverneur.
2. GROENDAKEN
2.1. Definities
Groendak: dak waarbij de bedekking hoofdzakelijk aangelegd wordt met levende planten.
2.2. Overweging
Het groendak is een bufferopvang van hemelwater en verkleint zo de druk op het openbaar rioleringsstelsel. Een groendak betekent een meerwaarde voor groen en natuur in de bebouwde omgeving.
2.3. Bijkomende voorwaarden
2.3.1. De premie kan enkel toegekend worden voor vergunde, vergund geachte en hoofdzakelijk vergunde gebouwen zoals bedoeld in het decreet betreffende de organisatie van de ruimtelijke ordening.
2.3.2. De minimum groenoppervlakte bedraagt 6 m².
2.3.3. Het groendak bestaat minstens uit een drainagelaag, een substraatlaag en een vegetatielaag uit levende planten.
2.3.4. De vegetatie kan zowel bestaan uit vetplanten, mossen, grassen en/of kruiden.
2.3.5. De handelingen die uitgevoerd worden voor het realiseren van het groendak, moeten overeenkomstig de bestaande wettelijke bepalingen gebeuren. Hierbij dient eventueel de nodige stedenbouwkundige vergunning aangevraagd te worden.
2.3.6. De aanvrager verbindt er zich toe om het groendak minimum 15 jaar in goede staat te behouden. Mislukte aanplantingen moeten hersteld worden. Gebeurt de herstelling niet, dan zal de toelage teruggevorderd worden.
2.3.7. De aanvraag omvat bijkomend:
2.3.7.1. een situatieplan met ligging van het perceel en kadastrale gegevens.
2.3.7.2. een uitvoeringsplan met een gedetailleerde omschrijving van het groendak.
2.4. Premiebedrag
De eenmalige premie bedraagt 31,00 euro/m² gerealiseerd groendak met een maximum van 1.000,00 euro.
3. WARMTEPOMP
3.1. Definities
Warmtepomp: waarbij warmte op relatief lage temperatuur uit water, grond, lucht wordt onttrokken om op hogere temperatuur verwarming van woning terug af te geven.
Warmtepompboiler: zelfde principe als de waterpomp maar de warmte wordt gebruikt om het water in de boiler te verwarmen.
Bestaand gebouw: gebouw ouder dan 5 jaar, vanaf de datum van het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning.
3.2. Overweging
De vraag naar energie blijft toenemen en de uitputting van niet-hernieuwbare grondstoffen moet voorkomen worden. Het gebruik van hernieuwbare energie draagt bij tot de realisatie van het burgemeestersconvenant. De uitstoot van CO2 is de belangrijkste oorzaak van de opwarming van de aarde en is bijgevolg een bedreiging voor het leefmilieu en de mensheid in het algemeen.
3.3. Aanvullende voorwaarden
3.3.1. De aanvraag omvat bijkomend:
3.3.1.1. Een situatieplan met ligging van het perceel en kadastrale gegevens.
3.3.1.2. Een uitvoeringsplan.
3.3.1.3. Een gedetailleerde beschrijving van het hernieuwbare energiesysteem.
3.3.2. De uitvoering moet voldoen aan de regels van goed vakmanschap.
3.3.3. De installatie moet minstens 10 jaar in gebruik blijven.
3.3.4. De subsidie voor een warmtepomp is enkel van toepassing bij een bestaand gebouw (ouder dan 5 jaar na het verlenen van de stedenbouwkundige vergunning).
3.4. Premiebedrag
De eenmalige premie bedraagt 500,00 euro per adres en per gebouw.
4. ISOLEREN VAN DAK, MUUR OF VLOER
4.1. Definities
R-waarde: de warmteweerstand van een isolatiemateriaal is de dikte van het materiaal gedeeld door de warmtegeleidingscoëfficiënt.
Bestaand gebouw: gebouw ouder dan 5 jaar, vanaf de datum van het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning.
4.2. Overweging
Het isoleren van dak, muur of vloer is de eerste cruciale stap naar een energiezuinige woning. Gemiddeld gaat 26% van de warmte in een woning verloren via de muren, 26% via het dak en 15% via de vloer. Een goede isolatie zorgt niet alleen in de winter voor meer warmte, ook in de zomer helpt het om je huis koeler te houden. Let bij het isoleren wel op de luchtdichtheid en waterdichtheid, deze 2 factoren zijn essentieel voor een goede werking van de isolatie.
4.3. Aanvullende voorwaarden
4.3.1. Een minimale R-waarde conform de subsidievoorwaarden van de Vlaamse overheid ('mijn verbouwpremie').
4.3.2. De R-waarde van de isolatie dient expliciet vermeld te staan op de factuur.
4.3.3. De subsidie voor het isoleren van dak, muur of vloer is enkel van toepassing bij een bestaand gebouw (ouder dan 5 jaar na verlenen stedenbouwkundige vergunning).
4.4. Premiebedrag
De premie bedraagt 15% van de totale kostprijs met een maximum van 500,00 euro per aanvraag.
5. PLAATSEN VAN HOOGRENDEMENTSBEGLAZING
5.1. Definities
U-waarde: het warmtedoorgangscoëfficiënt geeft de hoeveelheid warmte aan die gemiddeld door 1m² van een vlak constructiedeel trekt, als bij constant blijvende temperaturen het temperatuurverschil tussen de omgeving aan de ene en die aan de andere kant 1°C bedraagt.
Bestaand gebouw: gebouw ouder dan 5 jaar, vanaf de datum van het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning.
5.2. Overweging
Hoogrendementsbeglazing isoleert twee tot drie keer beter dan gewoon dubbel glas en vier tot vijf keer beter dan enkel glas. Hoogrendementsglas heeft een dun isolerend metaallaagje aan de binnenzijde van een van de glasplaten en de spouw kan gevuld zijn met een edelgas (bv. argon) in plaats van lucht bij dubbelglas.
5.3. Aanvullende voorwaarden
5.3.1. Een minimale U-waarde conform de subsidievoorwaarden van de Vlaamse overheid ('mijn verbouwpremie') voor de vervanging van enkele en dubbele beglazing.
5.3.2. De subsidie voor het plaatsen van hoogrendementsbeglazing is enkel van toepassing bij een bestaand gebouw (ouder dan 5 jaar na verlenen stedenbouwkundige vergunning) en is niet van toepassing op het bouwen of vernieuwen van veranda’s (ruimte waarvan de wanden voor minstens de helft uit glas bestaan en volledig afsluitbaar van de rest van de woning).
5.3.3. De subsidie voor het plaatsen van hoogrendementsbeglazing is enkel van toepassing bij een bestaand gebouw (ouder dan 5 jaar na verlenen stedenbouwkundige vergunning).
5.4. Premiebedrag
De premie bedraagt 15% van de totale kostprijs met een maximum van 500,00 euro per aanvraag.
6. HEMELWATERPUT
6.1. Definities
Hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater.
Hemelwaterput: reservoir voor het opvangen en stockeren van hemelwater: 1 aftappunt.
Gewone oppervlaktewateren: alle oppervlaktewateren met uitzondering van de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater en de openluchtgreppels, behorend tot de openbare riolering.
Openbare riolering: het geheel van openbare leidingen en openluchtgreppels bestemd voor het opvangen en transporteren van afvalwater.
Gescheiden riolering: een dubbelstelsel van leidingen of openluchtgreppels waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en het andere stelsel bestemd is voor de afvoer van hemelwater.
Code van goede praktijk: krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen – omzendbrieven van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 31 juli 1996, 19 december 1996 en 23 maart 1999.
Serreregenwaterput: bestaande reservoir voor het opvangen en stockeren van hemelwater gekoppeld aan teelten onder glas.
6.2. Overweging
Hemelwaterputten worden gezien als bufferopvang waardoor de druk op de gemeentelijke riolering en de kans op mogelijke overstromingen en overstorten verkleinen. Hergebruik van hemelwater betekent minder verbruik van drinkwater waardoor verdroging van de bodem wordt tegengegaan en de grondwaterreserves worden aangevuld. Beide voorzieningen passen in een duurzaam en geïntegreerd waterbeleid.
Hergebruik van serreregenwaterputten in functie van woongelegenheid past in deze visie mits de nodige bewijsstukken.
6.3. Aanvullende voorwaarden
6.3.1. Hemelwater moet totaal worden afgekoppeld van de openbare riolering en worden hergebruikt.
6.3.2. De hemelwaterinstallatie is in overeenstemming met de code van goede praktijk voor hemelwaterputten.
6.3.3. De regenwaterput heeft minimaal een volume van 5.000 liter.
6.3.4. Het hergebruik van het in de hemelwaterput opgevangen water is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine. Een pompinstallatie is niet verplicht indien de verschillende aftappunten gravitair gevoed kunnen worden.
6.3.5. Er mag geen directe verbinding gecreëerd worden tussen het drinkwaternet en het leidingennet aangesloten op de hemelwaterput. Hiertoe dient ofwel een afzonderlijk leidingscircuit voorzien te worden voor leidingwater en drinkwater ofwel dient leidingwater in de hemelwaterput bijgevuld te worden door middel van een bijvulsysteem met onderbreking overeenkomstig de code van goede praktijk.
6.3.6. De overloop van de hemelwaterput wordt bij voorkeur aangesloten op een infiltratievoorziening. De overloop van de hemelwaterput mag echter ook afgeleid worden naar een openbare infiltratievoorziening, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een oppervlaktewater. Wanneer een gescheiden stelsel aanwezig is mag de overloop van de hemelwaterput eveneens aangesloten worden op het gedeelte van de openbare riolering bestemd voor de afvoer van hemelwater. Slechts bij ontstentenis van een van deze mogelijkheden mag het hemelwater via een afzonderlijke aansluiting geloosd worden op de openbare riolering.
6.4. Premiebedrag
De premie voor een hemelwaterput bedraagt 500,00 euro.
De premie is niet van toepassing wanneer het werken betreft uitgevoerd in functie van de verplichtingen opgelegd door de regelgeving inzake stedenbouw.
Artikel 2
Dit gemeentelijk milieupremiereglement treedt in werking vijf dagen na bekendmaking. Het milieupremiereglement Overijse, zoals goedgekeurd op 18 december 2018, wordt opgeheven op het ogenblik dat onderhavig besluit in werking treedt.