De raad voor maatschappelijk welzijn vergadert ingevolge een regelmatige bijeenroeping door de voorzitter volgens de regels van het Decreet Lokaal Bestuur.
De voorzitter raad voor maatschappelijk welzijn opent de zitting om 20 uur.
De voorzitter opent de zitting op 25/03/2025 om 20:00.
De beslissingen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 februari 2025 werden genotuleerd.
De notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 februari 2025 omvatten de beslissingen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 februari 2025 en moeten ter goedkeuring worden voorgelegd op de eerstvolgende vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn, zijnde de vergadering van 25 maart 2025.
Geen.
Enig artikel
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 februari 2025 met eenparigheid van stemmen goed.
De basistegemoetkoming voor zorg is een tegemoetkoming van de Vlaamse overheid voor de zorg en dienstverlening aan bewoners die in een woonzorgcentrum of centrum voor kortverblijf verblijven. Deze is te factureren door het woonzorgcentrum aan de Zorgkas waarbij de bewoner in kwestie is aangesloten. De basistegemoetkoming wordt bepaald op basis van het zorgprofiel van de bewoners en het aanwezige personeel in de voorziening in kwestie gedurende een referentieperiode. De referentieperiode is een ononderbroken periode van 12 maanden, lopende van 1juli J tot 30 juni J+1, waarvan de gegevens opgevraagd worden voor de berekening van de basistegemoetkoming zorg. De facturatieperiode is een ononderbroken periode van 12 maanden, gelijklopend met kalenderjaar J+2, waarvoor de berekende basistegemoetkoming zorg geldt. De basistegemoetkoming kan in de loop van de factureringsperiode worden aangepast ten gevolge van indexering, wijziging wetgeving of controle van gegevens.
De basistegemoetkoming dekt voor alle bewoners volgende kosten:
Vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025 bedraagt de basistegemoetkoming voor zorg voor woonzorgcentrum Mariëndal 81,07 euro per bewoner. Deze basistegemoetkoming voor zorg zal per dag per aanwezige bewoner aan de zorgkassen gefactureerd worden.
Met de software Partnerplan Pro Fin maken we gebruik van een softwareprogramma in combinatie met advies. Zowel de gegevens over de aanwezigheid van de bewoners, hun zorgprofiel als het aanwezige personeel en hun functie worden ingebracht. Het programma maakt een analyse van deze gegevens met als resultaat mogelijke optimalisaties. Deze optimalisaties worden vervolgens toegepast op de gegevens van de aangifte van het afgelopen referentiejaar.
Het jaarrapport, het resultaat van de analyse vanuit Partnerplan, biedt een gedetailleerd zicht op hoe de basistegemoetkoming zorg is samengesteld, hoe onze resultaten zich bevinden ten opzichte van de benchmark en waar er in de toekomst kan worden geoptimaliseerd om zo de tegemoetkoming te verhogen. Een belangrijke bedenking bij dit rapport is dat dit is gebaseerd op een totaal van 94 bedden, waarvan momenteel slechts 73 bedden in gebruik zijn (1 afdeling gesloten). Dit maakt dat de vergelijking op vlak van de bezettingsgraad een vertekend beeld geeft.
Het is aangewezen dat de raad voor maatschappelijk welzijn kennis neemt van het definitieve bedrag van de basistegemoetkoming voor zorg van de Vlaamse sociale bescherming.
Het inzetten op de voorgestelde optimalisaties van het jaarrapport van Partnerplan leidt tot een hogere basistegemoetkoming voor zorg en dus tot hogere inkomsten. Het resultaat van dit rapport heeft ertoe geleid dat er nog een aanpassing kon gebeuren in het afgelopen referentiejaar waardoor de basistegemoetkoming is gestegen van 80,09 euro naar 81,07 euro voor referentiejaar 2023-2024. Dit bedrag wordt gefactureerd aan de zorgkassen vanaf 1 januari 2025. De basistegemoetkoming van referentiejaar 2022-2023 bedroeg 76,60 euro met indexering tot 78,62 euro per bewoner.
Verdere optimalisaties volgens het jaarrapport die kunnen worden doorgevoerd, bevinden zich in een aanpassing binnen de vervangers eindeloopbaan. In het kader van de maatregel 'vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan' heeft woonzorgcentrum Mariëndal recht op 168 622,51 euro als tegemoetkoming voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024. Indien de volledige vervanging wordt ingevuld door de financieel meest interessante kwalificaties, genereert dit 226 988,00 euro voor de periode van 1 juli 2024 tot en met 30 juni 2025.
Enig artikel
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de definitieve berekening basistegemoetkoming voor zorg voor Woonzorgcentrum Mariëndal van de Vlaamse Sociale Bescherming Departement Zorg voor een bedrag van 81,07 euro per bewoner.
Het vorige indexatiemechanisme van de ligdagprijzen voor de bewoners van het woonzorgcentrum Mariëndal laat voorzieningen toe om maximaal één keer per jaar de dagprijzen te indexeren. Vanaf 1 januari 2025 veranderde dit systeem. De mogelijkheid om te indexeren hangt vanaf nu samen met de overschrijding van de spilindex.
De spilindex werd eind januari overschreden. Rekening houdende met enkele regels die er moeten worden gevolgd - onder andere binnen de maand na overschrijding van de spilindex de aanvraag van indexering in het e-loket doen en goedkeuring vragen van de raad voor maatschappelijk welzijn - kan een voorziening in dit voorbeeld ten vroegste vanaf mei 2025 de nieuwe ligdagprijs doorvoeren. Er wordt voor gekozen om de bewoners ook tijdig te verwittigen hiervan (voordien was er de verplichting minimaal 30 dagen voorafgaand aan de invoering een schrijven te richten aan de bewoners en hun mantelzorgers). De nieuwe ligdagprijs kan vanaf 1 mei 2025 worden doorgevoerd.
Hieronder de berekening van de nieuwe ligdagprijs voor een kamer in het woonzorgcentrum Mariëndal en de berekening van het totaal verschil van 39 898,08 euro aan inkomsten tussen 1 mei 2025 en 30 april 2026 met en zonder indexering:
Coëfficient: 1,02 (of 2%) |
Periode 1 mei tot en met 30 april 2026 |
|||||
Huidig | Vanaf 1 mei 2025 | Aantal kamers | Inkomsten zonder index | Inkomsten met index | Inkomstenverlies zonder index | |
1-persoonskamer | 74,78 | 76,28 | 60 | 1 637 628,00 | 1 670 435,64 | - 32 753,64 |
1-persoonskamer niet-Overijsenaar | 81,03 | 82,65 | 7 | 207 031,65 | 211 172,28 | -4 140,63 |
Kamerprijs Drogenberg | 56,13 | 57,25 | 3 | 61 462,35 | 62 691,60 | -1 229,25 |
1-persoonskamer Kort Verblijf (KV) | 81,03 | 82,65 | 3 | 88 727,85 | 90 502,41 | -1 774,56 |
1-persoonskamer niet-Overijsenaar KV | 87,26 | 89,01 | 0 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
Totaal |
1 994 903,85 | 2 034 801,93 | -39 898,08 |
Een indexering dient om aan de stijging van bepaalde middelen tegemoet te komen. Het wettelijk bepaalde indexatiemechanisme volgens het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024 laat dit toe.
Met de invoering van de indexering op 1 mei 2025 wordt er een verschil van 39.898,08 euro ingeschat tussen 1 mei 2024 en 30 april 2026. Dit blijft een inschatting, omdat dit afhangt van de effectieve bezetting, maar veel afwijking wordt hierop niet verwacht.
Enig artikel
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de extra indexering op 1 mei 2025 van de ligdagprijs van het woonzorgcentrum Mariëndal goed.
Op 1 oktober 2024 nam het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau kennis van de gevolgen van de stopzettingen van onthaalouders bij de dienst Gezinsopvang, met onder andere het risico op verlies van subsidies, en de evolutie van de kinderopvang in Overijse. De beslissing van het vast bureau werd gebruikt als plan van aanpak als antwoord aan het Agentschap Opgroeien op de vastgestelde inbreuk op de subsidievoorwaarden in de organisatie van de dienst Gezinsopvang.
Op 24 januari 2025 lichtte het afdelingshoofd Zorg en het diensthoofd Kinderopvang en Opvoedingsondersteuning de huidige stand van zaken toe op een themacollege met betrekking tot verdere verwikkelingen bij de dienst Gezinsopvang, zijnde: sinds oktober 2024 hebben de verwikkelingen impact op het lokaal bestuur dat de actorrol opneemt met de dienst Gezinsopvang (aangesloten onthaalouders) en de regierol binnen de dienst Kinderopvang en Opvoedingsondersteuning. De evolutie van kinderopvang in Overijse is terug te vinden als bijlage bij deze beslissing.
Wat betreft de dienst Gezinsopvang:
De dienst Gezinsopvang biedt kinderopvang voor baby's en peuters aan via aangesloten onthaalouders. Ouders betalen opvang op basis van hun gezamenlijk inkomen (= inkomenstarief, IKT). Als organisator gezinsopvang met IKT-opvangplaatsen moet de dienst aan bepaalde voorwaarden voldoen die Agentschap Opgroeien vooropstelt. Voor deze opvangplaatsen krijgt de dienst subsidies. Zo heeft de dienst een aantal vergunde plaatsen (= opvangplaatsen waarvoor de dienst een vergunning heeft van het Agentschap Opgroeien) en gesubsidieerde plaatsen (= opvangplaatsen waarvoor de dienst subsidies krijgt, rekening houdend met de voorwaarden van het Agentschap Opgroeien). Het aantal van gesubsidieerde plaatsen kan niet hoger zijn dan het aantal van vergunde plaatsen, omdat de dienst anders subsidies zou krijgen voor opvangplaatsen die niet zijn ingevuld.
Onze opvangplaatsen zijn verdeeld over 3 subsidiegroepen. Een subsidiegroep is een afgebakend geografisch gebied waarbinnen organisatoren vrij zijn om de subsidies in te zetten.
Op 1 oktober 2024 zagen de subsidies er als volgt uit:
Op 7 januari 2025 ontving de dienst de beslissing van het Agentschap Opgroeien over het plan van aanpak met de boodschap dat het Agentschap Opgroeien het plan van aanpak om de subsidieplaatsen terug ingevuld te krijgen onvoldoende vindt. Als de dienst niet kan aantonen dat de minimale bezetting van 80% wordt gehaald in subsidiegroep gezinsopvang zorgregio Tervuren, verliest de dienst nog meer subsidieplaatsen in vergelijking met het aantal vergunde plaatsen.
Op 14 januari 2025 informeerde de verantwoordelijke Gezinsopvang dat zij een nieuwe uitdaging kan aangaan bij haar andere werkgever. Dit betekent dat zij vanaf september 2025 voor 18 maanden zorgkrediet bij het lokaal bestuur Overijse zal opnemen, zonder garantie dat zij haar contract bij het lokaal bestuur Overijse zal verderzetten.
Op 29 januari 2025 ontving de dienst een mail van het Agentschap Opgroeien met het bericht dat de periode voor het voorbehouden van subsidies is verstreken en we de 12 voorbehouden subsidies in de subsidiegroep gezinsopvang zorgregio Tervuren kwijt zijn.
Op 31 januari 2025 had een onthaalouder in Overijse van gezinsopvang zorgregio Tervuren haar laatste werkdag, waardoor er opnieuw 8 vergunde plaatsen verloren gaan en 8 subsidieplaatsen onder voorbehoud gedurende een jaar worden gehouden.
Op 11 februari 2025 kreeg het diensthoofd Kinderopvang en Opvoedingsondersteuning bevestiging van het Agentschap Opgroeien met betrekking tot de huidige stand van zaken van de aantal subsidieplaatsen:
Op 18 februari 2025 heeft de dienst Gezinsopvang 57 vergunde plaatsen, dus 'plaats voor 57 baby’s en peuters'. Er is 1 onthaalouder die omwille van kwaliteitsredenen maximum 6 kinderen per dag mag opvangen. Ook andere onthaalouders kiezen er bewust voor om niet het maximum aantal baby’s en peuters op te vangen omwille van hun draagkracht. Daarnaast werkt 1 onthaalouder 60%, 2 onthaalouders 80% en 4 onthaalouders 100%, wat ook een invloed heeft op de minimum te behalen 80% bezettingsgraad per subsidiegroep in het behouden van subsidies. Afwezige kinderen/onthaalouders, bv. omwille van ziekte, hebben ook invloed op de bezettingsgraad. Bovenstaande zaken betekenen dus dat 57 vergunde plaatsen niet de werkelijke bezetting weergeeft. Als we in een subsidiegroep de minimale 80% bezettingsgraad niet halen, wat in de praktijk het geval zal zijn, dan verliezen we nog meer subsidies.
Bovenstaande heeft volgende gevolgen:
De dienst Kinderopvang en Opvoedingsondersteuning stelt voor om de dienst Gezinsopvang stop te zetten op basis van volgende argumenten:
De stopzetting van de dienst Gezinsopvang heeft gevolgen waarvoor volgend plan van aanpak wordt voorgesteld:
De raad voor maatschappelijk welzijn dient over het bovenstaande een beslissing te nemen.
Wanneer de dienst Gezinsopvang zou worden stopgezet op 30 juni 2025, zijn er financiële gevolgen op de budgetsleutels van beleidsveld 945 van OCMW Overijse:
De personeelskost van een halftijdse deskundige (verantwoordelijke) valt ook (tijdelijk) weg. Afhankelijk van hoe de regierol verder wordt vorm gegeven, gaat de dienst Kinderopvang en Opvoedingsondersteuning wel terug nood hebben aan een deskundige. Dit wordt verder opgenomen in de voorbereiding van het nog op te maken meerjarenplan.
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat met eenparigheid van stemmen akkoord dat een vertegenwoordiger vanuit de aanwezige onthaalouders, de gemeenteraad mag toespreken.
Artikel 2
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt met 14 stemmen voor (Vera De Man, Inge Lenseclaes, Leo Van den Wijngaert, Joke Lenseclaes, Jan De Broyer, Jeroen Van San, Filip Boon, Danny De Kock, Leen Gillis, Stefan Vanderlinden, Joris Kelchtermans, Jan Van Brabant, Kryne Dekock, Nele Demartelaere), 13 stemmen tegen (Sven Willekens, Peter Lombaert, Yves de Marnix de Sainte Aldegonde (Graaf), Myriam Vanderlinden, Pierre-Emmanuel Dumont de Chassart, Geoffroy d'Aspremont Lynden (Graaf), Alan Pauwels, Martine Haegeman, Charles de Groot, Tim Vloebergh, Miranda Cornet, Alexandra Claeys, Sophie Lafosse), 1 onthouding (Dirk Dewaet), de stopzetting van de dienst Gezinsopvang, goed.
Vervolgens verklaart de voorzitter raad voor maatschappelijk welzijn de vergadering voor gesloten.
Namens Raad voor maatschappelijk welzijn,
Dieter Vanderhaeghe
algemeen directeur
Vera De Man
voorzitter